Gezondheid
PKD bij de kat – Polycystic Kidney Disease
Wat is PKD bij de kat?
PKD (Polycystic Kidney Disease) is een erfelijke nierziekte waarbij zich met vocht gevulde holtes (cystes) in de nieren vormen. Deze cystes zijn al bij de geboorte aanwezig, maar zijn aanvankelijk klein. Naarmate de kat ouder wordt, groeien deze cystes en verdringen ze het gezonde nierweefsel. Dit leidt uiteindelijk tot nierfalen.
Oorzaak van PKD
PKD is een genetische aandoening die wordt overgedragen van ouder op nakomeling. Slechts één ouder met het defecte gen is voldoende om de ziekte door te geven aan de kittens.
Welke rassen lopen risico?
PKD komt vooral voor bij bepaalde raskatten, zoals de Pers, Brits kort- en langhaar, Heilige Birmaan, Devon en Cornish Rex, evenals enkele Oosterse rassen. Verantwoordelijke fokkers laten hun dieren testen voordat ze ermee fokken. Dit kan door middel van een DNA-test of een echografisch onderzoek van de nieren. Katten die drager zijn van het PKD-gen zouden niet ingezet moeten worden voor de fok, zelfs als ze nog geen symptomen vertonen.
Symptomen van PKD
In de beginfase veroorzaakt PKD geen merkbare klachten en wordt het vaak toevallig ontdekt. Pas wanneer de cystes het gezonde nierweefsel verdringen, ontstaan er symptomen zoals:
- Overmatig drinken en plassen
- Gewichtsverlies
- Verminderde eetlust
- Frequent braken
De eerste symptomen treden meestal rond de leeftijd van zeven jaar op, al kunnen sommige katten op jongere leeftijd klachten krijgen.
Diagnose van PKD
PKD kan op verschillende manieren worden vastgesteld:
- Lichamelijk onderzoek: Soms kunnen de vergrote nieren worden gevoeld.
- Bloedonderzoek: Dit kan een verminderde nierfunctie aantonen.
- Echografie: Een echo van de nieren geeft een duidelijk beeld van de cystes en kan PKD al voor het eerste levensjaar aantonen.
- DNA-test: Dit is een definitieve manier om genetische belasting vast te stellen.
Voor stamboomonderzoek moet de echografie uitgevoerd worden door een specialist-radioloog.
Behandeling van PKD
Helaas is PKD ongeneeslijk. De behandeling richt zich op het ondersteunen van de nierfunctie met:
- Speciaal dieetvoer
- Medicatie indien nodig
Uiteindelijk zal de ziekte verergeren en leidt deze tot nierfalen.
Voorkomen van PKD
De enige effectieve manier om PKD te bestrijden is door zorgvuldige fokselectie. Verantwoordelijke fokkers laten hun katten testen met een DNA-test en/of echografie. Bij de aanschaf van een kitten is het daarom belangrijk om te kiezen voor een fokker die zijn dieren laat onderzoeken. Vraag altijd naar testresultaten om de gezondheid van uw toekomstige kat te waarborgen.
Door bewustwording en zorgvuldig fokken kunnen we bijdragen aan een gezondere toekomst voor onze geliefde katten!
HCM (Hypertrofische CardioMyopathie) bij de kat
Wat is HCM?
HCM is de meest voorkomende hartaandoening bij katten. De letters HCM staan voor Hypertrofische CardioMyopathie, wat betekent dat de hartspierwand verdikt is en de hartspier niet goed functioneert. Meestal gaat dit gepaard met:
- Een vergrote linkerboezem
- Een dynamische vernauwing van de lichaamsslagader (aorta)
Niet iedere verdikking van de hartspierwand betekent HCM. Andere oorzaken kunnen zijn:
- Shock of uitdroging
- Hoge bloeddruk (hypertensie)
- Overactieve schildklier (hyperthyreoïdie)
- Klepafwijkingen (zoals aortastenose of mitralisklep dysplasie)
- Tumoren of ontstekingen (zeldzaam)
Om een juiste diagnose te stellen, moet de dierenarts andere oorzaken uitsluiten.
Oorzaken van HCM
De exacte oorzaak van HCM is onbekend, maar vermoedelijk speelt een afwijkende anatomie van de linkerkamer een rol. Dit leidt tot verkeerde bewegingen van de hartkleppen, waardoor:
- De uitstroomopening naar de aorta vernauwd raakt
- Het hart harder moet werken om bloed rond te pompen
- De hartspierwand dikker wordt, wat de hartfunctie verder verslechtert
- Uiteindelijk kan hartfalen optreden met vochtophoping in de longen en bloedstolsels (trombose) in de vergrote linkerboezem
Risico’s per ras en leeftijd
HCM komt vaker voor bij bepaalde rassen, zoals:
– Maine Coon
– Ragdoll
– Pers
Maar ook huiskatten kunnen HCM krijgen. Het komt vaker voor bij katers dan bij poezen en wordt meestal gezien bij middelbare tot oudere katten, al kan het ook op jonge leeftijd voorkomen.
Symptomen van HCM
HCM geeft in eerste instantie vaak geen klachten en wordt soms toevallig ontdekt bij een dierenartsbezoek.
Mogelijke symptomen zijn:
- Hartruis of galopritme
- Kortademigheid en benauwdheid
- Lusteloosheid en verminderde eetlust
- Moeite met springen
- Gewichtsverlies
- Acute verlamming van één of beide achterpoten (door trombose)
- Plotseling overlijden door hartfalen
Diagnose van HCM
Een hartruis of galopritme kan een eerste aanwijzing zijn, maar niet iedere kat met HCM heeft een hoorbare hartruis. Verdere diagnostiek omvat:
1. Klinisch onderzoek (controleren op hartruis, ritmestoornissen, ademhalingsproblemen)
2. Röntgenfoto’s (om de borstholte en eventueel longoedeem te beoordelen)
3. Hartecho (de enige manier om HCM definitief vast te stellen)
4. Bloeddrukmeting en bloedonderzoek (om andere oorzaken zoals hoge bloeddruk of een schildklierprobleem uit te sluiten)
5. ECG (hartfilmpje) (indien een ritmestoornis wordt vermoed)
Hartruis en HCM
Niet elke hartruis betekent dat een kat HCM heeft. Mogelijke andere oorzaken van een hartruis zijn:
- Koorts of stress
- Hoge bloeddruk
- Schildklierproblemen
Daarom is het raadzaam een hartecho te laten maken bij een hartruis, voordat een behandeling wordt gestart.
Behandeling van HCM
HCM is niet te genezen, maar symptomen kunnen behandeld worden. De behandeling hangt af van de ernst van de ziekte:
1. Bij benauwdheid:
Zuurstoftoediening
Vocht afdrijvende medicijnen (furosemide)
Eventueel een thoraxpunctie bij vochtophoping in de borstholte
2. Medicatie:
– Bètablokkers (atenolol) om de hartslag te verlagen en de hartspier te ontlasten
– ACE-remmers als de linkerboezem sterk vergroot is
– Bloedverdunners (aspirine) bij verhoogd risico op trombose
– Mogelijke behandeling van onderliggende aandoeningen zoals hoge bloeddruk of een overactieve schildklier
Kan HCM worden voorkomen?
Nee, HCM is niet te voorkomen. Wel kan de ziekte in een vroeg stadium worden opgespoord door regelmatige controle bij de dierenarts. Fokkers kunnen bijdragen aan het terugdringen van HCM door hun dieren genetisch te laten testen en niet te fokken met belaste katten.
Vooruitzichten voor een kat met HCM
De prognose verschilt per kat. Factoren die de levensverwachting beïnvloeden:
- Vroegtijdige diagnose en start van de behandeling
- Aanwezigheid van trombose (slecht teken)
- Medicatietrouw van de eigenaar
- Katten met HCM kunnen met de juiste medicatie nog jarenlang een goed leven hebben, maar soms kan het ziekteproces snel verergeren. Daarom is regelmatige controle bij de dierenarts essentieel.
FIV – FeLV of Kattenleukemie bij Katten (Feline Leukemie Virus)
Wat is FeLV of kattenleukemie?
FeLV (Feline Leukemie Virus) is een ernstige en vaak dodelijke virusziekte veroorzaakt door een retrovirus. Dit virus verzwakt het immuunsysteem van katten, waardoor ze vatbaarder worden voor secundaire infecties. Het virus integreert zich in de cellen van de kat, wat leidt tot een geleidelijke achteruitgang van de gezondheid.
Hoe vindt verspreiding en besmetting van FeLV plaats?
Katten besmet met FeLV scheiden het virus uit via speeksel, neusuitvloeiing, bloed, urine en ontlasting. De belangrijkste besmettingsroutes zijn:
Direct contact door likken of elkaar schoonmaken.
Vechtpartijen met bijtwonden.
Overdracht van moeder op kittens via de baarmoeder en moedermelk.
Het virus overleeft slechts enkele uren buiten het lichaam van een kat, wat de kans op indirecte besmetting verkleint.
Ontwikkelen alle geïnfecteerde katten de ziekte?
Niet elke kat die besmet raakt met FeLV wordt ziek. De ernst hangt af van leeftijd, algemene gezondheid en leefomstandigheden:
Kittens lopen het grootste risico en worden bijna altijd ziek.
Bij volwassen katten ontwikkelt 10-30% daadwerkelijk symptomen.
Dragers kunnen het virus verspreiden zonder direct ziek te zijn.
Wat zijn de symptomen van FeLV?
In het beginstadium zijn er weinig symptomen. Naarmate de ziekte vordert, kunnen de volgende klachten optreden:
Slechte vachtconditie.
Vergrote lymfeklieren.
Aanhoudende koorts.
Bleke slijmvliezen (tandvlees, ogen).
Ontstekingen in mond en tandvlees.
Infecties van huid, blaas en luchtwegen.
Aanhoudende diarree.
Gedragsveranderingen en neurologische symptomen.
Oogafwijkingen.
In catteries: abortus of geboorteafwijkingen bij kittens.
Hoe wordt de diagnose FeLV gesteld?
Een dierenarts kan FeLV diagnosticeren door:
Lichamelijk onderzoek en anamnese.
Een FeLV-FIV sneltest met een kleine hoeveelheid bloed (uitslag binnen 10 minuten).
Indien nodig, bevestiging via laboratoriumonderzoek.
Bij een positieve test wordt aangeraden de test na 3 maanden te herhalen om de diagnose te bevestigen.
Wat te doen bij een FeLV-diagnose?
FeLV is niet te genezen. De behandeling richt zich op:
- Voorkomen van verspreiding:
Alle katten in het huishouden testen.
FeLV-positieve katten strikt scheiden van gezonde katten.
Geen buitencontact toestaan.
Sterilisatie/castratie om verdere verspreiding via vechten of voortplanting te voorkomen.
Vaccinatie na overleg met de dierenarts. - Voorkomen van secundaire infecties:
Hoogwaardige voeding geven.
Geen rauw vlees, eieren of ongepasteuriseerde zuivel om bacteriële infecties te vermijden.
Regelmatige controle door de dierenarts (halfjaarlijks).
Alert blijven op gedrags- en gewichtsveranderingen.
Geen gebruik van immunomodulatoren of antivirale middelen zonder bewezen effectiviteit. - Behandeling van secundaire infecties:
Antibiotica en pijnstilling indien nodig.
Geen corticosteroïden, omdat deze de afweer verder onderdrukken.
Wat als scheiding van katten niet mogelijk is?
Neem contact op met Stichting FIV-FeLV. Deze organisatie vangt besmette katten op en biedt hen een veilige en liefdevolle omgeving.
Hoe kan FeLV-besmetting worden voorkomen?
Houd uw kat binnen en voorkom contact met andere katten.
Test nieuwe katten voordat ze in huis komen.
Overleg met de dierenarts over het gebruik van het FeLV-vaccin.
Moet mijn huis worden schoongemaakt na het overlijden van een FeLV-kat?
Het FeLV-virus overleeft slechts enkele uren buiten het lichaam, maar andere virussen kunnen langer actief blijven. Desinfecteer harde oppervlakken met een chlooroplossing en was mandjes en textiel grondig.
Kunnen mensen FeLV krijgen?
FeLV is niet overdraagbaar op mensen. Echter, secundaire infecties kunnen wel een risico vormen voor mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals aidspatiënten, zwangere vrouwen, baby’s en kankerpatiënten onder chemotherapie.
Tot slot
Een FeLV-diagnose kan ingrijpend zijn. Aarzel niet om contact op te nemen met uw dierenarts of een gespecialiseerde organisatie voor verdere ondersteuning.
Vaccinaties voor uw kat
1. Waarom vaccineren?
Jaarlijks ontvangt u een uitnodiging om met uw kat naar de dierenarts te komen voor een gezondheidscontrole. Tijdens deze controle wordt ook gekeken welke vaccinaties uw kat nodig heeft. Vaccineren beschermt uw huisdier tegen ernstige ziekten. Het vaccin bevat dode of verzwakte ziektekiemen, waardoor uw kat zelf niet ziek wordt, maar wel antistoffen aanmaakt. Deze antistoffen helpen uw kat om niet of minder ernstig ziek te worden bij contact met de ziekteverwekker.
Breng altijd het paspoort van uw kat mee naar de praktijk, zodat de benodigde vaccinaties correct kunnen worden geregistreerd. Tijdens het consult wordt ook de levenswijze van uw kat besproken, aangezien een binnenkat een ander vaccinatieschema nodig heeft dan een kat die regelmatig buiten komt.
Reizen met uw kat: Indien u uw kat meeneemt naar het buitenland, is een vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht. Dit vaccin moet minstens drie weken voor vertrek worden toegediend en is drie jaar geldig.
2. Vaccinatieschema voor kittens
Waarom vaccineren vanaf 8 weken? Kittens krijgen via de moedermelk antistoffen tegen verschillende aandoeningen, mits de moeder correct gevaccineerd is. Wanneer een kitten te vroeg wordt gevaccineerd, zullen deze maternale antistoffen het vaccin neutraliseren, waardoor het immuunsysteem niet voldoende reageert. Daarom wordt het eerste vaccin pas op 8 weken toegediend.
Om een optimale bescherming te garanderen, krijgt het kitten een boostervaccinatie na 3 à 4 weken. Hierdoor worden voldoende antistoffen opgebouwd. Aangezien de maternale bescherming na 8 weken verdwijnt, is het belangrijk om niet te lang te wachten met de eerste vaccinatie.
3. Tegen welke ziekten wordt gevaccineerd?
3.1. Niesziekte
Niesziekte wordt veroorzaakt door twee virussen: het Feline Herpesvirus en het Feline Calicivirus.
- Symptomen zijn onder andere:
- Vermoeidheid
- Niezen
- Neusvloei en snotteren
- Oogontsteking en tranende ogen
- Koorts
- Zweren in de mond, waardoor verminderde eetlust
Niesziekte is vooral gevaarlijk voor jonge kittens en oudere katten. De ziekte komt vaak voor bij zwerfkatten, maar ook binnenkatten kunnen besmet raken. Gevaccineerde katten kunnen nog steeds milde symptomen krijgen, maar herstellen sneller.
3.2. Leucose (FeLV – Feline Leukemievirus)
Leucose is een ernstige en besmettelijke ziekte die het immuunsysteem aantast. Gevolgen kunnen zijn:
Leukemie (tumoren van witte bloedcellen)
Verhoogde vatbaarheid voor infecties
Chronische gezondheidsproblemen
Het virus wordt overgedragen via speeksel, bloed, urine en ontlasting. Ook kittens kunnen via de moeder besmet raken. Niet alle besmette katten worden ziek, maar zij kunnen het virus wel doorgeven. De ziekte wordt gediagnosticeerd met een bloedtest, waarbij ook getest wordt op kattenaids (FIV).
Aanbeveling: Vaccinatie tegen leucose wordt sterk aanbevolen voor katten die buiten komen en is verplicht in pensions.
3.3. Kattenziekte (Parvovirose – Panleukopenie)
Kattenziekte is een besmettelijke en vaak dodelijke ziekte bij kittens. Het virus tast het maag-darmkanaal en het immuunsysteem aan. Symptomen zijn:
Braken en stinkende diarree
Lusteloosheid en koorts
Uitdroging
Verzwakt immuunsysteem, waardoor secundaire infecties optreden
Diagnose gebeurt via een sneltest. De ziekte is zeer besmettelijk en vereist quarantaine en strikte hygiëne.
3.4. Chlamydia
Chlamydia is een bacteriële infectie die conjunctivitis (oogontsteking) veroorzaakt. Andere symptomen kunnen zijn:
Niezen en neusvloei
Langdurige infecties van de ademhalingswegen
Geïnfecteerde katten blijven de bacterie langdurig uitscheiden, wat de verspreiding bevordert. Behandeling bestaat uit antibiotica en oogdruppels.
3.5. Hondsdolheid (Rabiës)
Hondsdolheid is een dodelijke virale ziekte die besmettelijk is voor mensen en dieren. Het virus wordt overgedragen via speeksel, bijvoorbeeld bij een beet. Symptomen bij besmette dieren:
Overmatige speekselproductie
Agressief gedrag
Aanvallen op mensen en dieren
Vaccinatie:
- Verplicht bij reizen naar het buitenland
- Minstens drie weken voor vertrek toedienen
- Geldig voor drie jaar
- Hoewel hondsdolheid niet voorkomt in België en de buurlanden, is het nog steeds aanwezig in Oost-Europa en andere delen van de wereld.
4. Conclusie
Vaccineren is essentieel om uw kat te beschermen tegen ernstige en besmettelijke ziekten. De keuze voor vaccinaties hangt af van de levensstijl van uw kat. Raadpleeg uw dierenarts voor een passend vaccinatieschema en zorg ervoor dat uw kat tijdig wordt ingeënt, vooral bij reizen naar het buitenland of verblijf in een pension.
Bloedgroepbepaling
Neonatale Isoerythrolyse (Fading Kitten Syndrome)
Wat is Neonatale Isoerythrolyse?
Hoe ontstaat het probleem?
De kittens worden gezond en levendig geboren.
Zodra zij beginnen te drinken, nemen ze via de biestmelk de antilichamen tegen hun eigen bloed op.
Hierdoor wordt hun eigen bloed afgebroken, wat leidt tot bloedarmoede binnen de eerste 48 uur na de geboorte.
Symptomen bij aangetaste kittens:
- Zwakte en minder eetlust
- Bleke tot gele slijmvliezen
- Donkergekleurde urine door afgebroken bloed
- Uiteindelijk overlijden als er geen snelle behandeling plaatsvindt
Behandeling en preventie
Snelle medische hulp is essentieel; soms is een bloedtransfusie nodig.
Om NI te voorkomen, wordt geadviseerd om vóór de dekking de bloedgroep van zowel de kater als de kattin te bepalen.
Vermijd combinaties waarbij een A-kater een B-kattin dekt.
Indien er toch een nestje komt uit deze combinatie, mogen de kittens de eerste 48 uur geen biestmelk drinken.
Voed de kittens gedurende deze periode met melk van een A-kattin of een geschikte vervangende melk.
Door deze richtlijnen te volgen, kunnen ernstige gezondheidsproblemen bij pasgeboren kittens worden voorkomen en wordt de overlevingskans van het nestje aanzienlijk vergroot.